De politie is De Stad! Eén verhaal uit 2016 hebben we nog niet verteld, namelijk het verhaal over onze nacht met de Middelburgse politie, of beter gezegd: met Politieteam Walcheren. Voor dat verhaal moeten we terug naar de week van De Middelburgse Kermis, begin augustus. Het was een nacht waarin we leerden dat veel dingen anders zijn dan ze lijken. Het was een van de interessantste ontmoetingen van het afgelopen jaar bovendien. Daarom is het ook het langste verhaal van dit jaar.
Toen we in juni bij een bevriende politieman informeerden of het erin zat, zo’n nachtje mee op patrouille, gaf hij ons weinig kans. Maar hij zou het eens in de groep gooien. We rekenden dus nergens op, maar een paar weken later kregen we een berichtje op Facebook, dat we van harte welkom waren om een nacht over de schouders mee te kijken van zijn collega Dennis Bodrij, op een zaterdagavond. Leuk! Spannend! Dat we waren toegewezen aan Dennis maakte het alleen maar mooier. Dennis kennen we al heel wat jaartjes. Hij werkte vroeger jarenlang in de Middelburgse horeca, o.a. bij Martino’s, Grand Café Brooklyn en Seventy-Seven en hij was zelfs nog kortstondig onze eigen collega, bij de Zeeuwse Bibliotheek. We wisten dus al het een ander over zijn keuze voor het politievak, maar des te minder over de inhoudelijke kant van zijn werk.
We meldden ons die avond rond een uur of 11 op het oude bureau aan Achter de Houttuinen, waar Dennis ons eerder al had rondgeleid. Dat gebouw is eerlijk gezegd niet zo heel spannend. Er zijn nog cellen en verhoorkamers, maar arrestanten worden tegenwoordig vaak meteen naar Torentijd gebracht. Die zagen we daar dan ook niet. De sfeer en indeling van het gebouw deed ons nog het meest deed denken aan die van de oude kazerne aan de Zuidsingel.Het geheel wordt gekenmerkt door soberheid en lijkt eerder een uitvalsbasis dan een verblijfplaats te zijn. Dennis vertelde dat hij desondanks dol is op het bureau. “Op termijn zal het wel verdwijnen, maar ik ben daar veel liever dan in zo’n nieuw gebouw. Het heeft gewoon wat.” Daar konden we ons ook wel weer iets bij voorstellen.
Meteen na onze aankomst zocht Dennis een beschikbaar voertuig uit en we gingen op pad. Wij dachten altijd dat agenten van dienst vooral veel tijd doorbrengen op het bureau, en zo nu en dan ‘een rondje doen’, maar dat is dus niet het geval. We reden -die nacht in een soort van vrije rol- onophoudelijk rondjes, door bijna alle wijken van Middelburg. Pas om 4 uur meldden we ons voor het eerst weer op het bureau. Wij hielden het toen voor gezien, Dennis moest nog doorwerken tot 7 uur die zondagochtend.
Tijdens zo’n nachtdienst zijn er wel 20 mannen en vrouwen aan het werk, in verschillende teams. De meeste van die teams kenden we wel (bikers, motoragenten, de hondenbegeleiders) maar we stonden toch even aan ons achterhoofd te krabbelen toen we een grote, nieuwe jeep zagen staan. “Die is voor het team van ‘Rust aan de kust”, legde Dennis uit, “een team dat zich vooral bezighoudt met wildkampeerders en aanverwante zaken.”
We hadden natuurlijk wel een beetje gehoopt op allerlei spanning en sensatie, maar we kunnen het niet mooier maken dan het is. Het was een zeer rustige nacht. Een dag later lazen we over een wilde achtervolging vanuit Arnemuiden, die eindigde in Dauwendaele. Twee dagen later was er een knokpartij op de kermis, die een dag later zou leiden tot een wraakactie in de Stromenwijk, waarbij ook gestoken werd. Maar niet die zaterdag. Middelburg voelde opeens een beetje als een vredig slaapstadje, waar maar zelden iets gebeurt. Onzin natuurlijk, maar die nacht was iedereen braaf.
En toch gebeurde er alsnog van alles. Voorvallen van een ander kaliber, die ons deden beseffen hoeveel menselijkheid er komt kijken bij politiewerk. Zo was er die meneer die liggend in de Stationsstraat werd aangetroffen door agenten in een ander voertuig. Over de politieradio kun je de gang van zaken dan perfect volgen. De man bleek een bekende alcoholist, die, in kennelijke staat, te voet op weg was naar zijn woonplaats Vlissingen. Na een gesprek vervolgde hij zijn weg. Een uur later kwam er weer een melding van een man die ‘voor dood’ lag, op de Oude Vlissingseweg. Over de radio werd gegrapt dat het vast dezelfde man zou zijn, en dat hij in ieder geval op de goede weg was. Maar om het zekere voor het onzekere te nemen gingen we toch even kijken. Er kwam toen ook al een ambulance aanrijden die was gebeld. Het was inderdaad dezelfde man. Het tafereel riep bij ons de vraag op waarom zo’n man dan niet wordt opgepakt voor openbare dronkenschap. Dennis legde uit dat ze dat alleen doen als zo’n man een gevaar is voor zijn omgeving. Boetes kunnen zulke mensen niet betalen, het traject van de hulpverlening loopt al vele jaren, maar tevergeefs. Met zulke mensen heeft de politie het dus ook vaak druk. Ze doen hun best zo’n persoon te helpen, maar ze weten ook dat het eigenlijk zinloos is.
En zo ging het een paar uur door. Over de radio hoorden we dat in Vlissingen een halve wijk wakker werd gehuild door een peuter. Daar ging een team op af en haalde er een slotenmaker bij. Na bijna een uur bleken de ouders gewoon thuis te zijn, én in leven, en als enige in de buurt niet wakker te zijn geworden. Dubieus, maar het had natuurlijk ook veel erger kunnen zijn. Wij waren zelf ondertussen naar Dauwendaele gereden om te gaan luisteren. Luisteren? Ja, of we een verwarde man die een eigen koopwoning heeft konden betrappen op gemelde geluidsoverlast. Hij was al maanden een bron van overlast voor de buren, maar allemaal net zo dat de politie er weinig aan kon doen. Er kan geen beroep gedaan worden op een woningcoöperatie maar er is ook geen goede reden tot een arrestatie o.i.d. Dan moet men proberen een dossier op te bouwen. Toen wij gingen luisteren was de beste man uiteraard net stil.
En dan nog die jongen met bebloede voet, die ergens midden op straat zat. Die bleek na een meningsverschil door zijn lief uit de auto te zijn gezet. Hij moest maar gaan lopen. Zijn voet had hij opengehaald op het strand. Lopen lukte niet zo heel goed, daarom bood Dennis aan hem even thuis te brengen. Daar voelde hij echter niet voor. Politiebusjes zijn geen taxi’s waar je graag in gezien wordt. Dennis besloot hem nog een rondje de tijd te geven. Een uur later was hij inderdaad weg.
Posten dan maar, op de Markt. Als de cafés leeglopen gebeurt er toch altijd van alles? Ook dat viel mee. Dronken mensen die wat roepen of een praatje kwamen maken. Soms gezellig, soms gênant, maar vervelend of agressief werd het geen moment. Dennis is dan ook een vriendelijke agent, die veel mensen op een normale manier aanspreekt. Dat werkt vaak prima. Op zeker moment kwam er zelfs iemand op de ramen van de bus kloppen. Die vroeg bloedserieus of ‘ie even mocht blazen misschien, want hij twijfelde of hij nog wel kon rijden na een bier of 3. Dat blazen zat er niet in, maar hij kreeg natuurlijk wel het advies niet in de auto te stappen. Op vriendelijke toon, in een bijna gemoedelijk gesprek.
Natuurlijk zagen we die nacht niet alleen dingen, we hoorden ook het een en ander. Toen rond vieren de meeste team een bakje koffie kwamen doen op het bureau werden er verhalen uitgewisseld zoals dat op iedere werkvloer gebeurt. Alle agenten kennen hun pappenheimers. Je zou bijna zeggen dat ieder bureau zo z’n vaste klanten heeft, waar alle teams hun handen wekelijks aan vol hebben. Dat geldt niet alleen voor sociale en medische probleemgevallen, dat geldt ook voor de rascriminelen. Daar zitten veel draaideurtypes tussen. De agenten kunnen hun dossiers wel dromen. Wij leerden in die ene nacht in ieder geval wel dat de politie veel meer van zulke lieden weet dan het soms lijkt.
Maar wat ons uiteindelijk het beste is bijgebleven is dat menselijke aspect. Een agent is ook een sociaal werker, een hulpverlener. Wij burgers vergeten dat nogal eens. We schelden op de politie als we een bekeuring krijgen, en we roepen om meer blauw op straat als we ons niet veilig voelen. Maar als je bedenkt dat maar twintig mensen waken over een compleet eiland en dan toch kans zien zoveel te doen aan hulpverlening, dan krijg je veel respect voor hun werk. Wij althans wel.
Een prettige jaarwisseling allemaal!