Ach, wat verdrietig! Afgelopen weekend is, op 72-jarige leeftijd, onze kroegmakker Hans Rijkse overleden.
Hans, een geboren Middelburger en al vele jaren stamgast van café Seventy-Seven, was nu niet wat je noemt een luidruchtige vaste klant. Zijn dochter Linda omschrijft hem als ‘een man van weinig woorden’, een van zijn beste vrienden noemde hem ‘een echte binnenvetter’. En rustig wás Hans. Nooit hoorde ik hem zijn stem verheffen of ergens zijn mond doorheen slaan. Fatsoen had Hans namelijk ook.
Maar toch, maar toch: als ik terugdenk aan Hans denk ik terug aan veel gezellige middagen. Toen ik hem begin jaren 90 leerde kennen kwam het nog niet van echte gesprekken, maar we dronken wel regelmatig biertjes samen. Hij en zijn vrouw Marijke waren onafscheidelijk. Ze gingen graag samen naar het café, maar ze waren ook grote liefhebbers van reizen. Ze hadden allerlei plannen om door Europa te trekken.
Toen Marijke 15 jaar geleden overleed was Hans daar flink stuk van. Maar je raadt het al: zijn beklag deed hij nauwelijks. Hij zocht zijn eigen weg, en vond die onder meer op campings, waar hij heel veel werk verzette als vrijwilliger. In Zeeland maar later ook in de Flevopolder. Daar vond hij een paar jaar geleden zijn ‘nieuwe draai.’
Juist in die latere periode raakten we vaker in gesprek. Hans kon zomaar eens opduiken. De ene keer op een drukke vrijdagmiddag, de andere keer juist op zo’n half tamme dinsdag. Die rustige momenten waren het mooist, vond ik. Uit zichzelf begon hij er niet zo snel over, maar als ik begon over Middelburg Dronk, dan wilde hij toch wel eens wat oude verhalen ophalen, over de tijd dat hij als puber werkte voor de Pree. Nu eens een klusje voor de San Remo Bar, dan weer voor Alassio. Hij had er goede herinneringen aan, dat kon ik wel aan hem zien.
Over zijn werk bij de marine en als bootsman bij het loodswezen vertelde hij af en toe ook. Dat maakte dat ik hem toch altijd zag als een echte zeebonk. Hard werken. Niet lullen maar poetsen. En na het werk een lekker pilsje. Of twee. Je weet hoe dat gaat. En als de kroeg opeens dicht was, zoals in januari 2017? Dan mopperde hij ook niet. Ging ‘ie gewoon even mee naar De Herberg. Op een kruk zitten aan de bar was daar eigenlijk niet aan de orde, maar wel toen Hans werd gesignaleerd hoor. Bob en Maite kenden Hans ook, en wisten wel dat hij het zou waarderen. Dat deed hij dan ook.
Afgelopen zomer zag ik Hans voor het laatst. Hij was net hersteld van allerlei ellende. Een biertje ging er dus wel in. Het was fijn hem weer even te spreken. Wist ik veel dat het de laatste keer zou zijn.
Een man van weinig woorden is niet meer.
Ik wens de kinderen en alle andere familie en nabestaanden sterkte.
Rust zacht, Hans. Proost.