Je kan er lang en kort over praten, maar we zijn gewoon nog net zo als de jongetjes die we vroeger waren. Als we veel politie zien, of veel voertuigen, dan gaan we kijken. En ons vergapen. Gebeurt er nou wat joh?
Vanavond was het nog helemaal niks in vergelijking met morgen, zo meldde een agent, maar wij vonden toch dat al heel veel blauw op straat zagen. Om precies te zijn: op de Markt. En dan geen blauw maar zwart met geel. Of heel veel geel, met een beetje zwart. Dat is de motorpolitie, begrepen we later.
Maar eerlijk is eerlijk: als Wij zijn De Stad doe je pas een poging glimpen op te vangen als het zo uitkomt. Heel dichtbij kom je dan niet, tenzij je het vraagt aan mensen die niet van doen hebben met protocollen. Het hoogtepunt was dan toch dat we oud-premier Balkenende zelf met een Mercedes aan zagen komen rijden en op de Markt een tak opzij zagen voetballen. Het was voor het eerst in jaren dat we daar een tak zagen liggen, trouwens “Ligt alles vast?” vroeg hij, toen we stonden te klikken met de telefoon. “Hopelijk!” Om vervolgens toch een beetje in de u-vorm te gaan stamelen dat we hem smakelijk eten wensten. Want hij kwam voor het Laureatendiner in het stadhuis, zoals ook al die anderen.
We vonden het al heel wat dat we vanaf het terras de kiekjes gingen schieten, tot iemand schrander opmerkte dat we op de verkeerde plek stonden. De gasten waarom het gaat komen via de achter- of zijdeur. Oh ja. We hadden op de Helm moeten staan! Wij zijn De Stad ging maar snel weer het biertje uitdrinken.