-
Home
-
Verhalen
-
Het verhaal van oud-Middelburger Peter van den Boogaart
Het verhaal van oud-Middelburger Peter van den Boogaart
Mooi verhaal!
In februari kregen we een mailtje binnen van Peter van den Boogaart, een oud-Middelburger die ons schreef dat hij op dat moment bezig was om álle onze berichten op Wij zijn De Stad te lezen. Op zeker moment was hij blijven steken door een technisch probleempje. Toen dat verholpen was mailde hij “Bedankt! Mijn vrouw en ik hebben inmiddels een aantal voor ons bekende personen gevonden die ons ook best dierbaar waren te weten: Hans Bostelaar, Diny en Sjaak Lammers , Harry Bongers, Barend Midavaine, Robbie van den IJssel en Tanja van Krugten (ik kende haar man goed, 2 jaar voor gewerkt in de, helaas verdwenen, Botterbar.)
Zo kwamen we even in gesprek, waarop hij beloofde ons zijn levensloop nog eens te sturen. Dat deed hij onlangs inderdaad. Het verhaal is misschien niet voor iedereen interessant, maar wij vinden het mooi, omdat de Middelburgse bioscopen er een prominente rol in spelen, en er veel dwarsverbanden in terugkomen. Voor de liefhebbers, het verhaal integraal:
“Mijn naam is Peter van den Boogaart en ik ben geboren op 3 oktober 1954 in de Eigenhaardstraat 47 als zoon van Harry van den Boogaart en Suus van den Boogaart – Will. Mijn vader zijn vader had in Vlissingen een manufacturenzaak in de Walstraat, n.l. “De Kleine Winst”. Heel veel later is oma (van mijn vaders kant) in de jaren 60 verhuisd naar de Segeersstraat en heeft toen boven de toenmalige groenteboer (later Jan Laban?) gewoond. Mijn opa van moederskant was indertijd schoenmaker en woonde met mijn oma (afkomstig van scheepswerf Meerman, Arnemuiden) in de Reigerstraat. Later zijn ze verhuisd naar de Nieuwstraat naast Fa. Damman woninginrichting.
Terug naar het begin: Mijn vader was, na mijn geboorte, werkzaam als filmoperateur in de oude Schouwburg op het Molenwater. Later, ook als filmoperateur, samen met Jan Petiet, in de Electro Bioscoop op de Markt. Toevallige bijkomstigheden: ik ben in de begin jaren negentig gescheiden en ben gaan samenwonen. Toen wij ongeveer een jaar bij elkaar waren namen wij een aansluiting op de telefoon en kon ik een eigen telefoonnummer uitkiezen. Ik nam een gemakkelijk nummer en later, toen we aangesloten waren hebben we diverse telefoontjes, vnl. van toeristen die naar ons belden en vroegen welke film er ’s avonds draaide in de bioscoop. Een poosje later kwamen we er achter, dat wij het oude telefoonnummer van de Electro hadden.
Bommel
Een jaar later hebben mijn vrouw en ik, na de opening van Café Bommel diverse werkzaamheden voor Hans de Graaff, gedaan, maar ook voor Nico van den Berg, die toen de Electro overnam. We zijn zelfs boven in de operateursruimte geweest, waar mijn vader vroeger heel wat uren heeft doorgebracht. Nog een paar jaar later is mijn dochter nog garderobejuffrouw geweest in het nachtcafé. Hoezo toeval? Mijn moeder was daar, zover mij bekend, garderobejuffrouw en deed de bezoekers de plaats aanwijzen. De beide bioscopen waren toen in het bezit van de familie Wöhler.
Toen ik 1 jaar oud was kon mijn vader een betere baan vinden in Dordrecht. Wij zijn toen verhuisd, maar Middelburg liet ons niet los. Bijna elk weekend, eerst op de motor (ik tussen mijn vader en moeder zittend), en later met de auto, bijna elk weekend, goed of slecht weer, naar Middelburg terug. De “De Oude Zeeuwse Weg” konden we wel dromen, en wij waren indertijd ongeveer anderhalf uur onderweg van Dordt naar Middelburg. Voor mij was de uitdrukking: “hoe dichter bij Dordt, hoe rotter het wordt” een waarheid als een koe.
Roozenburg
In die tijd leerde ik vrienden van mijn vader en moeder kennen, de familie Neve, die woonden n.l. in huize Roozenburg, achter het station op de Segeersweg. Oom Piet en tante Mien Neve war heel aardige mensen met vier kinderen, 2 dochters en 2 zoons. We waren bij hen altijd welkom. Was altijd erg gezellig. Oom Piet was verwoed korte-golf radio zendamateur (PAoPN) en heeft zijn sporen verdiend tijdens de oorlog (in het verzet, zover mij bekend) en tijdens de watersnoodramp van 1953 (zie het boekje Kanaal 3700). Piet Neve en Cor Kunst (PAoWZ) (destijds radiozaak in de Lange Delft) waren goede vrienden. Beiden worden in het boekje genoemd.
Indertijd zijn mijn opa en oma verhuisd van de Nieuwstraat naar Bogardstraat 21. Ook zijn mijn oom en tante met kinderen (de fam. Burghardt) zijn bij hen gaan wonen, want het was een heel groot huis. Veel tijd daar doorgebracht met neven en nichten en uiteraard heel vaak gespeeld in en rond het Abdijcomplex en de Balans.
Wöhler
Ergens in 1969 kwam mijn vader George Wöhler tegen, die vertelde, dat ze binnenkort het Citytheater zouden gaan openen. Wij, mijn vader en ik zijn toen in de “nieuwe” City geweest en dat vonden we prachtig. In de jaren van 1966 tot 1975 ben ik samen met mijn neef vele malen in de Electro (films met Eddie Constatine) geweest en ook in de City, waar toen Jopie de Wagter aan de kassa zat en Harry Paaijmans (??) de filmoperateur was. In 1969 hebben mijn moeder en ik 6 weken doorgebracht bij mijn opa en oma die half de jaren zestig wederom verhuisden van de Bogardstraat naar een nieuwe wijk in Middelburg. Middelburg Zuid. Ook mijn tante en oom gingen weg en verhuisden naar de J.C.Mathiasstraat in Middelburg Zuid.
Opa en oma verhuisden naar de J. Magnusstraat, hoek Spinhuisweg. Mijn oom werkte destijds in de friteskraam. Die stond toen bij de Molen in de Huyssenstraat. (Tussen oude Vlissingseweg en Statenlaan). In de zomer van 1969 heb ik daar ook een aantal weken geholpen en ik vond het prachtig. Vanaf dat moment werd de drang naar Middelburg steeds groter en zijn we uiteindelijk in oktober 1969 naar Middelburg verhuisd. Eerst een aantal maanden bij opa en oma in de Magnusstraat, tot we een flat aangeboden kreeg in de Adr. Lauwereijszstraat (nr 81). Mijn vader kreeg destijds een leuke baan aangeboden bij de Fa. Fabro (Radio en TV in het Domburgs Schuitvlot).
Mijn moeder en vader werden bevriend met een oud werkgever van hen, n.l. George Wöhler. Mijn moeder voelde meer voor George Wöhler en dat resulteerde uiteindelijk in een scheiding. George Wöhler werd dus mijn stiefvader. Gelukkig kon ik heel erg goed met hem opschieten.
OCMA
In 1973, na mijn schooltijd (3e klas Mulo Dwarskaai), en omdat de Mulo Mavo werd moest ik van school af en ben toen naar de Lagere detailhandelsvakschool in de Rijnstraat gegaan. 3e en 4e klas. O.a. daar Evert Huson (boekhandel in Souburg), Arjen de Pagter (later antiekzaak), Rene Van Hilst (Loontjens??) leren kennen. Na mijn examen gaan werken.
Ik woonde toen bij mijn vader. In 1975, tijdens mijn militaire diensttijd, ben ik het huis uitgegaan, doordat ik niet met de vrouw van mijn vader kon opschieten. Ik ben toen op het Domburgs Schuitvlot gaan wonen, boven de garagebox van Johan Stevens, een vishandelaar. Daar werkte ook Jan van der Horst (later leren kennen als kok in de Berghuijskazerne).
Eerst bij Garage de Dreu (administratie) (2 weken). Toen vertelde mijn moeder, dat er bij Muziekhandel Van Damme (Lange Noordstraat) een vacature was. Daar gewerkt op de grammofoonplatenafdeling en aldaar onder andere Baby den Toonder (musicus), Wil Borstlap (Mossel en Versteege, muziekwinkel in de Lange Delft) en Joop Soluta (gitaarleraar) leren kennen. In die tijd moest ik ook in militaire dienst, lichting 1975-1. Na 5 weken opleiding, geplaatst in Langemannshof, Duitsland. Na 2 maanden in april 1975 met ziekteverlof (heimwee), naar huis gestuurd. En na 2 maanden geplaatst op Kazernecommando GenM Berghjuijskazerne, (Proviciaal Militair Commando Zeeland, met het kantoor op de Dam).
Werkzaam geweest als hofmeester in de Berghuijskazerne tot en met april 1976. Daarna in dienst getreden als burger medewerker bij de Afdeling Opleidingszaken en later als administrateur bij de opleidingscompagnieën van het Opleidingscentrum Militaire Administratie (OCMA, v.h. COAK). Destijds grote consternatie, omdat Defensie de kazerne wilde sluiten. Bezoek geweest van Relus ter Beek, de toenmalige Minister Van Defensie. Hij beloofde, en heeft daar ook voor getekend, dat het OCMA, in Middelburg zou blijven. Als ik mij goed herinner was dat in 1993.
Uiteindelijk werd het OCMA in 1996 toch verplaatst naar Bussum.
Ik heb in 1996 een baan aangenomen op de Vliegbasis Woensdrecht, bij het Logistiek Centrum Koninklijke Luchtmacht in Hoogerheide. Daar jaren gewerkt op de afdeling documentaire informatievoorziening, waar ik de uitgaande en inkomende post (vanuit het postkantoor) behandelde, verdeelde en rondbracht (met een autootje), tot 2014 toen de boel wederom gecentraliseerd werd en mijn baan opgegeven werd. Na sollicitatie aangenomen bij het Logistiek Centrum Woensdrecht op de materieelafdeling.
Weg uit Middelburg
In 2000 hebben mijn vrouw en ik (tot mijn verdriet) Middelburg verlaten en een woning betrokken in Hoogerheide. Geprobeerd om op korte termijn terug te gaan naar Middelburg, maar (op korte termijn) geen appartement kunnen vinden. In januari 2016 verhuisd van Hoogerheide naar Oosterhout, waar wij nu een appartement bewonen. Het openbaar vervoer in deze stad is goed en alle winkels zijn vrij dichtbij. Wij hebben toen besloten de auto weg te doen en alles met het OV te doen. Sinds die tijd (helaas) sporadisch in Middelburg geweest.”
Foto’s: Beeldbanken ZB Bibliotheek van Zeeland en Zeeuws Archief
Geen zoekresultaten voor "{term}"
