Middelburg en Vlissingen komen aan bod in de 10-delige televisieserie Het verhaal van Nederland. In die serie neemt acteur en verteller Daan Schuurmans de kijker mee langs de hoogte- en dieptepunten van onze geschiedenis. In aflevering 7, woensdag 23 maart op NPO 1, gaan we terug naar de tijd van kapers en kooplui (1600-1750).
Uit het persbericht van NTR:
In de zeventiende eeuw is Nederland een wereldmacht. Niet alleen dankzij de typische handelsgeest, maar vooral door roof en oorlog. Een kleine elite wordt steenrijk door middel van uitbuiting en onderdrukking van anderen. In deze aflevering volgen we een rijke koopmansfamilie uit Antwerpen en een berooide Duitse matroos die ons meevoeren langs de gouden bergen en zwarte bladzijden van de 17e eeuw.
In deze aflevering bezoekt Daan o.a. Middelburg en Vlissingen. Eind 16e eeuw komt een grote vluchtelingenstroom op gang van de zuidelijke Nederlanden naar de noordelijke republiek. De 80-jarige oorlog om godsdienstvrijheid is nog steeds aan de gang, en het noorden van ons land had zich vrijgemaakt van het katholieke Spanje. Maar er werd nog volop gevochten in België dat destijds ook bij De Nederlanden hoorde.
Bekeren of vertrekken
Vanaf 1580 begonnen de Spanjaarden aan een tegenaanval om de zuidelijke Nederlanden te heroveren. Daarbij namen zij uiteindelijk de belangrijkste stad in het zuiden in: Antwerpen. Vanuit de Koopmanshaven in Vlissingen vertelt Daan dat de Zeeuwen besloten om de Schelde met kanonvuur af te sluiten, zodat de bevoorrading richting het zuiden werd afgesneden. Zo probeerden ze de Spanjaarden terug te dringen. Ook mocht er geen handel meer gedreven worden met de vijand. Dit had niet alleen invloed op de Spanjaarden: de inkomsten van zuidelijke arbeiders en handelslieden droogden op. Daarom gingen zij massaal op zoek naar werk in het noorden. Daarnaast gaven de Spanjaarden protestanten de keus: of bekeren tot het katholicisme, of vertrekken. Ook dit zorgde voor een enorme verhuizing naar de republiek.
Verliezen
Als gevolg van de verliezen en verwoesting in de oorlog, konden steden in de noordelijke Nederlanden arbeidslieden goed gebruiken. Deze werden met allerlei voordelen binnengehaald: migranten kregen subsidie, ze hoefden geen belasting te betalen en soms kregen ze een gratis woning of werkplaats. Middelburg liet zelfs boten op en neer naar Antwerpen varen om goedkope arbeidskrachten op te halen. Die werden gratis opgevangen met brood en bier in de abdij in Middelburg. Dit zorgde ervoor dat het aantal inwoners van Middelburg in die tijd verdubbelde.