Een bezoekje aan de winkel van Ingrid Roos lag al wat langer in de planning, maar het kwam er om allerlei redenen steeds niet van. Toen een oud-collega er ook op wees besloten het maar gewoon eens te doen. Roos is zo’n winkel waar we zelf eigenlijk nooit komen, omdat we nu eenmaal zelden behoefte hebben aan handwerkbenodigdheden (fournituren), maar waar we wel nieuwsgierig naar waren. Voor ons gevoel zit die winkel er al héél lang. De zaak is bovendien een opvolger van een paar cafés, zoals Cambrinus, dat bijna 50 jaar op die locatie was gevestigd. Dat vinden we ook altijd interessant.
Eenmaal in gesprek met Ingrid leerden we dat zij haar winkel inderdaad al 27 jaar heeft, maar niet als directe opvolger van Cambrinus. Die zaak stopte in 1978; Ingrid nam de winkel in 1989 over van een Italiaan, die er kralen verkocht. Ze wist dus ook niet zeker of er nog herkenbare elementen van het oude café in haar winkel zijn te zien, maar ze vermoedt wel dat de keuken en toiletten nog origineel zijn. Die mochten we ook fotograferen. Maar of Huibregt Willemse die ooit liet bouwen, of Cor den Exter? Het blijft voorlopig nog een vraag.
Ingrid vertelde dat ze nog altijd met plezier in haar winkel staat. En de zaken gaan nog steeds goed bovendien. Ook in tijden van crisis, of misschien júist wel in zulke tijden, weten veel mensen haar zaak nog te vinden. De een komt om knopen of garen, een ander wil een kapotte rits laten repareren. Het kan allemaal bij Roos. Ingrid vertelde dat ze al eerder begon met haar handel. Aanvankelijk leverde ze alles aan huis, met haar fiets, later ging ze ook op weekmarkten staan en combineerde ze dat met de winkel. Met de marktkraam stopte ze in december 2012. De PZC schreef er toen een artikel over, waaruit blijkt dat het eigenlijk vier kramen waren. Een citaat uit dat artikel: “Want nergens vind je alles wat je aan handwerkspullen nodig zou kunnen hebben op één plaats. Er zijn wel winkels met wol, andere winkels met borduurspullen en kralen en weer andere winkels met ritsen en voering, maar bij Ingrid Roos lag dat allemaal bij elkaar op één marktkraam. Samen met lintjes, bandjes, knopen, kniestukken, naalden, garen en noem maar op. ,,Ik heb altijd op alle markten vier kramen gehuurd. Daar kan het net allemaal op.”
Dat geldt ook wel een beetje voor de winkel. Het kan er net allemaal in. Als je de rekken wat aandachtiger bestudeert zie je de gekste dingen. Sieraden, veters, verf, lijm en zelfs miniatuurtjes van bruidsparen, voor op taarten. De diversiteit is zo groot dat je als klant geneigd bent meteen maar te vragen waar iets ligt. Tenzij je er kind aan huis bent natuurlijk. De zaak is ook weer niet zo groot dat je moet gaan lopen zoeken. Nou ja, de foto’s zeggen hopelijk genoeg, wat dat betreft.
Hoe dan ook: mooi dat Roos er nog steeds is, fijn dat Ingrid er nog altijd plezier in heeft. Zij is De Stad!