Het was een beetje een vreemd verhaal in de PZC vorige week. Zou de Stationsrestauratie van Middelburg werkelijk gaan verdwijnen? Zou er echt geen opvolger komen voor de heer Coumans, die al sinds januari 1984 in de zaak zit? We besloten het toch zelf maar eens te gaan vragen vandaag, bij de exploitant zelf.
We waren niet eens verbaasd dat de heer Coumans er vanmiddag was. Hij is er eigenlijk altijd. Hij is misschien niet het type mens waar je na enkele minuten meteen de hele wereldproblematiek mee doorneemt maar we wisten wel: in al die jaren was hij altijd vriendelijk en beleefd en soms had hij ook tijd voor een grapje. Dat was vandaag niet anders. Toen we vroegen of we een paar foto’s van hem mochten nemen was het antwoord aanvankelijk kort en glashelder: “nee” (althans geen foto’s van hem zelf), maar toen we vertelden waarom we graag iets meer zouden willen weten over de restauratie, zijn pensioen en de toekomst van het pand, zagen we dat hij het best leuk vond, dat we de moeite namen. Een paar minuten later stonden we in de kamers achter de keuken, waar we met eigen ogen konden zien hoe groot het pand nu eigenlijk is.
De heer Coumans legde uit dat er van het artikel in de krant niet veel klopte. Hij gaat binnenkort inderdaad met pensioen, maar de NS gaat het pand ‘na hem’ wel degelijk verhuren. Exploitatie van een horecagelegenheid is dus zeker een mogelijkheid. Het station zal eerst wel voor een bedrag in de zes nullen worden gerenoveerd, maar dan komt het pand vervolgens weer vrij voor de verhuur, waarschijnlijk in vier verschillende eenheden. De gemeente draagt ook een steentje bij, want het pand is dan wel van de Spoorwegen; het is natuurlijk ook een monument, zowel voor de stad als voor het rijk. Ooit was er sprake van een kantoorfunctie voor het gebouw, maar daar wil de gemeente niet aan. Er staat immers nog genoeg kantoorruimte leeg.
Wat het dan wel gaat worden wisten de heer Coumans en zijn medewerkers ook niet. Zij stoppen in ieder geval, na er 8, 9 ,17 of zelfs 31 jaar te hebben gewerkt (we spraken vanmiddag met kokkin Andrea, Maritsa en haar nicht Chalana). Zij wilden in de aanloop naar het pensioen best weten of er kansen op exploitatie liggen, maar tot op heden heeft de NS daar nog geen duidelijkheid over gegeven. En als je niet weet wat je kunt huren kun je natuurlijk ook niet berekenen of exploitatie aantrekkelijk is of niet. Hoort die fantastische woning boven de zaak er bijvoorbeeld ook bij? En die hal, die nu alleen fungeert als standplaats voor een paar betaalautomaten?
Maar dat terzijde. Uiteindelijk spraken we vooral over de restauratie zelf. We vonden het fantastisch om allemaal te horen. Ons was opgevallen dat veel mensen beginnen over de Honki Tonki Burger, als zij praten over Stationsrestauratie Middelburg. Daar kon meneer Coumans wel om lachen. Al jaren niet meer in het assortiment, maar hij had nog wel een menukaart waar die kraker op is te vinden. 3 gulden 75 kostte die. Wij wilden ook graag een foto van de klok die al zo lang het ons kan heugen aan die bruine wand hangt. Daar keken we in de jaren dat wel veel met de trein reisden zo vaak op: we kunnen ‘m wel dromen. Of we wel wisten dat die is gekoppeld aan de nationale NS-klok? Dat wisten we dus niet. Maar het is zo: als de klokken op het perron het laten afweten, dan kun je die in de restauratie ook wel vergeten. Techniek van een ander tijdperk misschien, maar wel techniek die werkt.
Het mooiste citaat moest echter nog komen. Meneer Coumans (zijn voornaam is Patrick) vertelde ook dat hij al sinds 1984 (en niet sinds 1983 zoals de krant schreef) werkt in Middelburg. Ooit woonde hij zelf boven de zaak, maar al snel zat hij toch weer in Brabant. Al die jaren reisde hij op een neer tussen daar en onze stad. “Met de trein uiteraard?”, vroegen we terloops. Hij keek alsof hij water zag branden. “Nee, met de auto natuurlijk!”. We konden een schaterlach niet onderdrukken.
We kunnen hier nog lang over doorkletsen. Over al die ruimte in het pand. Over het fraaie behang uit de jaren 50 in de kamertjes achterin. Over die mooie ingang ‘op de kopse kant’, of over het succes van het restaurant in de jaren 80 en 90. Er is geen ruimte voor helaas, maar we weten het nu echt zeker: meneer Coumans en zijn restauratie verdienen een waardige opvolger. Dat hij er fijn van moge gaan genieten in Frankrijk, en dat ‘de restauratie van de restauratie’ maar goed moge uitpakken maar ook: laat iets van de geest die het pand nu ademt behouden blijven. Het is iets unieks. Dat mag je best moderniseren, maar moet je gewoon niet kapot maken.
Bedankt voor al die jaren, meneer Coumans én medewerkers!
Zie eventueel ook: http://middelburgdronk.nl/wiki/Stationsrestauratie