Als je jeugdverhalen goed wil vertellen heb je eigenlijk een heel boek nodig. Je wil buitenstaanders tenslotte het liefst zo veel mogelijk gedetailleerde beschrijvingen meegeven, in de hoop dat ze dan beter snappen wat je precies bedoelt als je het hebt over bepaalde ervaringen en avonturen. Op Facebook zou je er een reeks van kunnen maken, maar dat is natuurlijk alleen leuk voor ingewijden. Toch willen we nog eens iets doen met die meer dan driehonderd foto’s die we dik twee jaar geleden maakten in de wijk Dauwendaele.
Toen we daar een filmpje van deelden waren er veel enthousiaste reacties, maar er waren ook heel wat mensen die niet voelden waar we naar op zoek waren met die beelden. Het was eigenlijk vrij simpel: naar persoonlijke herinneringen. We zochten niet naar de schoonheid van de wijk, op die toch al sombere dag, maar naar de hoeken en de gaten van de buurt waarin we opgroeiden.
Dat dijkje waar je de eerste zoen ooit kreeg, dat nisje van een winkelcentrum dat dertig jaar later nog lelijker is dan het al was. Zo’n plek is geen foto waard, zou je denken. Of toch wel? Wat nu als dat de plek is waar je voor het eerst in aanraking kwam met seks? Of de plek waar je -nog veel te jong -voor de eerste keer in je leven een sigaret rookte?
Van het voornemen om nu eens aan het verhaal te beginnen komt weinig terecht. We schuiven het voor ons uit, of denken er simpelweg niet aan. Wat denken jullie? Voegen verhalen over de geschiedenis van Middelburgse wijken in de afgelopen vijftig jaar iets toe hier? Roept u maar!
Over de wijk Dauwendaele tussen 1978 en 1998 kunnen we zelf in ieder geval veel vertellen, heel veel. Al die gekke foto’s maken veel bij ons los, en we zouden er honderden namen bij kunnen droppen, want we mogen dan ongetwijfeld ook veel vergeten zijn: talloze gebeurtenissen staan ook nog steeds in ons geheugen gegrift.
Een paar voorbeelden bij deze 22 kiekjes? Die verwijzen min of meer naar de periode tussen 1978 en 1983. De tijd van de lagere school. We kwamen natuurlijk ook wel eens ergens anders, maar ons eigen territorium wat het stuk tussen de Schroeweg en de Overloper, tussen Winkelcentrum Dauwendaele en Torenweg. De ‘Landen en de Medes’ dus. Dáár begon het allemaal voor ons.
Hoe zich dat vertaalt naar deze beelden? Een paar voorbeelden. Die Chinees, De Pauw, in het winkelcentrum, zat er al voordat wij in de buurt kwamen wonen. Daar trof je op zondag de halve wijk. Legendarisch om de grote hoeveelheid vuurwerk die er werd afgestoken met Nieuwjaar.
Dat winkelcentrum is sowieso een paar hoofdstukken waard. De disco’s en andere evenementen in het Ontmoetingscentrum, het rondhangen bij de snackbar die er zat, het roken en andere ongein bij de achterdeuren van al die winkels. Het pikken van kauwgum bij de Parade Super. Die keer dat het stoken van een fikje nogal uit de hand liep. Daar ben je niet zomaar mee klaar, echt niet.
En dan dat pleintje bij Ewisland! Daar stond je vol bewondering te kijken naar het stoere gedrag van de binken van de wijk, die rondscheurden op opgevoerde Zündaps en Kreidlers, of zelfs met een heuse raceskelter. Daar waren de grootste kerstbomenbranden die je je maar voor kunt stellen. Dat rauzen van bomen ging zelfs zo ver dat ze de boom van de Markt nog eens hebben veroverd, om met diezelfde brommers naar de wijk te slepen. Daar kwamen de mannen niet mee weg natuurlijk, maar het waren wel mooie Haagse taferelen.
En dan dat schoolplein! 50 meter verderop lag de gemeenschappelijke plastic tas vol seksboekjes van de wijk, dat wist iedereen. Al jaren voordat je nog maar dacht aan masturberen had je feitelijk alles al gezien, en dat zonder internet. Seksuele voorlichting kreeg je op straat, van juffen die goed wisten hoe ze de lesstof voor moesten doen. Buitengewoon!
En die sloot! Waar de buurman van drie huizen verderop nog eens een paar honderd goudvissen in had losgelaten, zonder dat ook maar iemand wist waarom. Feit is dat sommige van die beesten nog overleefden ook en maanden later nog werden gevangen door de vissertjes uit de buurt. Achter de visplek lag trouwens ook een tas met ‘boekjes’, maar dat terzijde.
Enfin, we slaan nu al een beetje op hol. Toch maar niet doen, he? Of kunnen we een oproep doen voor verhalen van max 1000 woorden, uit álle wijken, die we dan plaatsen als een soort gastblogs? Dat zou misschien wel leuk zijn?
Nogmaals: roept u maar!
Gerelateerd:
https://wijzijndestad.com/verhalen/terug-naar-wijk-dauwendaele-30-jaar-na-dato/
https://wijzijndestad.com/verhalen/petra-bakker-is-dauwendaele-en-de-stad/