Als we ze bezoeken beseffen we keer op keer hoe slecht we ze kennen: de randen van de stad. Neem nu Brigdamme. Vrijwel niets weten we ervan, en dat terwijl het al zo oud is, en de omgeving ervan prachtig.
Eigenlijk kennen we maar één verhaal over Brigdamme, uit het jaar 1672, dat ook wel het rampjaar wordt genoemd. Opstandige boeren (jaja) van Walcheren bestormden toen de stad Middelburg, om verhaal te halen bij de bestuurders uit die tijd. Ze dronken zich moed in in Brigdamme, bij de herberg ‘Antwerpen’. Zie de prenten, uit de collectie van het Rijksmuseum.
Extra mooi is dat bij die prenten ook een gedicht hoort, van ene Petrus Johannes Beronicius. Dat was een opmerkelijke kerel. Een schoorsteenveger, scharenslijper en schavuit, een dichter en een dronkenlap. Volgens een beschrijving in het ‘Algemeen noodwendig woordenboek der zamenleving’, van Witsen Geysbeek, was hij een man die:
“in de laatste helft der XVII eeuw niet weinig opzien maakte door zijne uitstekende geleerdheid en buitengemeene vaardigheid in de dichtkunst; behalve het Fransch, Engelsch en Italiaansch , verstond hij het Latijn en Grieksch in de hoogste volkomenheid, en maakte in deze beide laatste talen voor de vuist de schoonste verzen in de tegenwoordigheid der beroemdste geleerden van zijn tijd.
Homerus, Virgilius, Horatius, Juvenalis en de meeste schriften van Cicero had hij in zijn geheugen, waaruit hij aanhaalde wat men begeerde, met aanwijzing waar deze plaatsen te vinden waren. Overigens was hij een landlooper, zonder vader- land of vaste woonplaats, die zijn zwervend leven onder het gemeenste volk in kroegen doorbragt, en zijn grootste behagen schepte in zulk een slordig leven, hetwelk een wel voorzien ongelukkig einde had; want op zekeren dag werd hij even buiten Middelburg dood uit eene moddersloot gehaald, in welke hij waarschijnlijk in zijne dronkenschap gesmoord was.
Het weinige, dat van hem voorhanden is, getuigt van zijne uitstekende te jammerlijk verwaarloosde bekwaamheden. Zelf schreef hij niets, maar dichtte voor de vuist, en anderen moesten dan de verzen uit zijn mond opschrijven. Het bekendste zijner gedichten is de de ‘Georgarchontomachia’, de ‘Boeren en Overheidsstrijd’. Hij bezingt daarin op geestig-komische wijze den aanval der Walchersche boeren op de stad Middelburg in 1672.”
Prachtig toch?
Meer over Beronicius in de Encylopedie van Zeeland, van ZB Bibliotheek van Zeeland:
Meer over de opstand in een nummer van De Wete, uit 1985.