We beloofden gisteren dat we nog terug zouden komen op het Middelburgse straatje dat de afgelopen twee weken zo in trek was: de Blindehoek, tussen de Lange Noordstraat en de Bogardstraat.
De belangstelling ging natuurlijk vooral uit naar die mooie Japanse sierkers, maar we merkten dat er ook dit jaar weer verwarring was over de straatnaam. Is het nu Blindenhoek, Blindehoek, of Blinde Hoek?
We zijn geen straatnaamspecialisten, maar intrigerend vinden we de vraag wel. Het mooiste is dat de straatnaambordjes ook geen uitsluitsel bieden. Aan de kant van de Noordstraat hangt nog een zogenoemd gebakken bordje. Daarop wordt de straatnaam zonder n gespeld. Aan de kant van de Bogardstraat hangt een metalen bordje. Mét een n inderdaad.
‘Een niet voortlopende ruimte tussen zich’
Het speuren viel nog niet mee, maar uiteindelijk vonden we via Google Books het boek ‘Historische bijdrage betrekkelijk de oude topografische gesteldheid van Middelburg‘, van J. Ehrlich, uit 1848. Hij schrijft over een stichting die ooit aan de ene kant van de straat zat en een groot klooster van tempeliers, later de minnebroeders, aan de andere kant.
Dat klooster strekt zich uit van de Balans tot ongeveer de plek waar nu de Doopsgezinde Gemeente Walcheren de kerk heeft. Die stichtingen lieten bij de Noordstraat blijkbaar “een niet voortlopende ruimte tussen zich”. Daarom werd het daar blijkbaar de Blindehoek genoemd. Die naamvariant, of die met een spatie, lijkt ons daarom het meest logisch.
Geschiedenis
Feit is dat je ver terug moet in de geschiedenis om het allemaal een beetje voor je te zien. We staren in de collecties van het Zeeuws Archief en het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen weer even naar die oude plattegronden van de stad, van Jacob van Deventer (rond 1545) en Cornelis Goliath (1658). De straat wordt nog niet genoemd, maar opeens besef je dan weer: oh ja, de stad was toen heel anders.
En zo lezen we in een oude uitgave (1904) van het KZGW een artikel van Dommisse, over de eerste omwalling en omgeving van Middelburg. Hoe de Arne ooit liep, door dit gebied. Razend interessant. Vervolgens begrijpen we nu opeens dat op de plek waar nu de doopsgezinde kerk staat vroeger het pand Leeuwenburg stond, van de patriot Lucas van Steveninck. Zijn huis werd in 1787 beschoten en geplunderd. De plek bleef daarna blijkbaar een eeuw lang onbebouwd. Daarna kocht de Doopsgezinde Gemeente in de Hoogstraat het, om de kerk te laten bouwen. Die werd in juli 1889 ingewijd.
Kijk je naar een prent van de plundering, dan zie je weer mooi hoe het was in die periode. De Noordstraat keek uit op die machtige kathedraal: de Noordmonsterkerk. Zo mooi eigenlijk.
Meer lezen?
Historische foto’s: Beeldbank Zeeuws Archief, collectie Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, ZB Beeldbank Zeeland en Beeldbank Rijksdienst voor het cultureel erfgoed
Kaartfragmenten: collectie Zeeuws Archief