array(4) {
  [0]=>
  int(41515)
  [1]=>
  int(41516)
  [2]=>
  int(41517)
  [3]=>
  int(41518)
}

Werken bij Amgas BV in Middelburg, in de jaren negentig

Nóg een herinnering aan ons persoonlijke, lokale arbeidsverleden. Wisten jullie dat we in de jaren negentig ook bij Amgas werkten, aan de Oude Veerseweg? Daar leverden we een bijdrage aan de productie van rookgasafvoeren. Tegenwoordig heet het bedrijf Schiedel Metaloterm Nederland.

We belandden bij Amgas in een periode waarin we bereid waren alles aan te pakken. We waren net gestopt met een studie in Amsterdam, wisten niet goed wat we wilden en besloot daarom voorlopig onze kansen op de arbeidsmarkt te verkennen, via uitzendbureaus. Eenmaal ingeschreven ontdekten we al snel dat we niet zo veel hadden aan een VWO-diploma.

Dat papiertje gaf weliswaar een indicatie van het opleidingsniveau maar de intercedentes lieten van meet af aan doorschemeren dat we zonder relevante werkervaring niet hoefden te rekenen op een administratieve baan. Maar we wilde graag werken en gingen in op het aanbod om bij het metaalbedrijf aan de slag te gaan, in een tweeploegendienst. De ene week werkten we van half zes ‘s ochtends tot twee uur ‘s middags, de andere van twee uur ‘s middags tot tien uur ‘s avonds.

Ons werk bij de zogenaamde AT-lijn bestond uit repeterende handelingen aan verschillende machines. De ene dag stonden we aluminium platen machinaal om te buigen tot kachelpijpen, om ze vervolgens aan elkaar te lassen, de andere dag hielden we ons bezig met het aanbrengen van isolatiemateriaal of het ponsen van de pijpen. Het was nog net geen lopende band, maar we werkten wel in series van een paar honderd of een paar duizend exemplaren.

Het werktempo lag hoog. Heel veel plezier beleefden we niet aan het werk maar we deden het ook niet met tegenzin. Het wemelde van de bekenden op de werkvloer en er was altijd ruimte voor ongein. Tafelvoetballen in de kantine, klagen over de baas en altijd vieze grappen en grollen bij de koffie. Je kwam daar de tijd wel door, als je een beetje leuk meedeed.

Maar wat leerden we bij dit bedrijf, in de acht maanden die we er werkten? Uiteraard van alles over de werking en de productie van rookgasafvoeren, maar ook dat eerlijkheid op de werkvloer soms wel degelijk beloond wordt. Dat zit zo:

toen we een paar weken in tijdelijke dienst waren zette de Spaanse ploegbaas Jesus ons in op ‘de 500’, de meest gangbare kachelpijp die het bedrijf produceerde. We moesten die dag haakjes aan de buitenpijpen lassen om er vervolgens smallere pijpen in te hangen. Dat ging ons best goed af, maar op een gegeven moment verslapte onze aandacht en lasten we scheef. We wisten inmiddels hoe streng de ploegbaas kon zijn, en hoe duur het materiaal was, en besloten daarom toch te proberen de binnenpijp op zijn plek te hangen. Dat lukte, maar het eindproduct was een aanfluiting. Desondanks zetten we het verprutste exemplaar tussen de honderden andere kachelpijpen. Daar zouden we wel mee wegkomen. Dachten we.

Een kwartiertje later hoorden we Jesus opeens brullend vragen “wie dit in vredesnaam gedaan had”. Of we wel wisten dat dit zijn dag compleet verziekte? Iedereen zweeg, ook wij. Dat maakte hem nog bozer. Het werk werd stilgelegd en we werden bijeen geroepen. Of de schuldigen maar even naar voren wilden komen. We stapten dus -met gebogen hoofd- naar voren, in de veronderstelling dat we zouden kunnen vertrekken. We moesten inderdaad mee naar kantoor. Daar keek de ploegbaas ons doordringend aan en zei tot onze verbazing toen, met dat grappige accent van hem, dat hij niet vaak meemaakte dat medewerkers eerlijk tegen hem waren. Dat vond hij geweldig, en belangrijker dan werkfouten. “Die worden nu eenmaal gemaakt”.

Vanaf dat moment zou Jesus goed voor ons zorgen. Toen we op zekere dag meldden dat we toe waren aan een nieuwe uitdaging, bezorgde hij ons een andere functie, in een andere hal. Daar kon je het werk zittend doen, met een kopje koffie erbij. De enige collega daar was een twee meter lange Antilliaan, waar we vaak om moest lachen. Zijn standaardbegroeting, vanonder zijn enorme witte tanden grijns, luidde “Hey kontebonkere! Hoe is het met jullie?”

In zekere zin had onze (uiteindelijke) eerlijkheid ertoe geleid dat we niet werden ontslagen, maar juist een paar maanden langer in dienst mochten blijven. Dat we vervolgens alsnog konden vertrekken, als gevolg van een ingestorte afzetmarkt, deerde ons niet. In de maanden daarna vroeg Jesus de intercedentes van Randstad keer op keer of wij niet beschikbaar waren, voor een nieuwe klus. Dat ervoeren we als compliment. We waren – en zijn – tenslotte jongens met twee linkerhanden.

Alles draait om vertrouwen.

Foto’s: collectie Danker Schuiling (al 43 jaar in dienst bij het bedrijf)

Gerelateerde verhalen

Afbeelding #000 voor het verhaal Kees La Soe: 45 jaar ondernemer in Middelburg
Kees La Soe: 45 jaar ondernemer in Middelburg

Dat Kees La Soe er na precies 45 jaar mee gaat stoppen wisten we al, maar hoe kijkt deze specialist in tropische vissen daar zelf eigenlijk op terug? Afgelopen maandag […]

22 feb 2018

Volgende verhalen

Afbeelding #000 voor het verhaal Rust in vrede, Inge
Rust in vrede, Inge

“Ga nooit weg zonder groeten, ga nooit weg zonder zoen.” Wat een verdrietig bericht: gisteren is Inge Tupanwel-Adriaansen overleden. Ze was nog maar 54. Veel te jong. We leerden Inge […]

19 dec 2020
Afbeelding #005 voor het verhaal Een rondleiding door appartement De Croone op de Vlasmarkt
Een rondleiding door appartement De Croone op de Vlasmarkt

In onze eerste berichten over de opening van Café De Croone op de Vlasmarkt kwam Ron Rijkenberg, de nieuwe eigenaar van het pand en de zaak, nog niet in beeld. […]

20 dec 2020
Afbeelding #000 voor het verhaal Een kaartje voor Roosje
Een kaartje voor Roosje

truusHet is ondoenlijk om hier alle oproepen en acties van de stad te delen, maar dit kleine verhaaltje in Kerstsfeer delen we gewoon even. Jullie kennen Roosje (Truus van ’t […]

20 dec 2020