‘De maan is nog gezond.’ Vrouw Elisabeth en zoon Pieter Nicolaas schrijven vergeefs hun vader Frans Reichert, kapitein op een slavenschip (14 maart 1780).
Al is vader Frans Reichert kapitein van een slavenschip, de brief die vrouw en zoontje hem in maart 1780 vanuit Vlissingen sturen is er niet minder hartverscheurend om. Onwetend van het lot dat Reichert wacht sturen ze hem berichten van het thuisfront.
Elisabeth laat weten dat nicht Miete in verband met de bevalling tijdelijk bij haar woont, maar vreest wel de aanstaande oorlog met de Engelsen: ‘ik denk niet dat gij deese brief ontvangen sult.’ Pieter Nicolaas vertelt hoe het op de Franse school gaat, vraagt om een papegaai voor juffrouw Wandel mee te nemen en laat weten dat het volle maan is en het iedereen goed gaat.
Slechts 23 dagen nadat de brief verstuurd werd zou Frans Reichert voor de kust van Afrika komen te overlijden, zonder dat hij ooit de laatste woorden aan hem gericht door zijn vrouw en kind ontving: ‘Ik hoop dat ik u met de 16 maanden in gesondtheijt weerom sal sien, als het God almagtig blieft u een behoude reijs tu geeven.’
Dat zet die twee maanden dat wij vrienden en bekenden niet mogen zien toch weer in een ander daglicht…