Een nieuwe aflevering van Zee(uw)post. Deze keer neemt Johan Francke van ZB ons mee naar het Zeeuws Museum en het kruispunt Groene Woud/Looierssingel/Zandstraat in Middelburg.
Daniël de Wolf schrijft op 18 januari 1781 een brief vanuit Demerary aan zijn moeder. Deze is wel geadresseerd aan zijn vader, maar die is blijkens de inhoud van de brief al overleden. Hoewel Daniël weet dat zijn moeder inmiddels in Vlissingen woont adresseert hij de brief nog wel naar het oude adres aan de Slepersingel in Middelburg. Daniël is blij dat zijn moeder een nieuw adres heeft en opnieuw getrouwd is. Kennelijk heeft Daniël dit gehoord van een andere varensgezel die later is afgereisd, want hij was wel verrast door het trouwen van zijn moeder, ook al had ze daar zelf op gezinspeeld.
De Wolf verwacht dat hij spoedig terug zal zijn in Middelburg, mogelijk rond mei 1781, maar dat zal door de oorlog en gevangenneming waarschijnlijk veel later zijn geworden. Op het moment van schrijven gaat hij ervan uit dat het makkelijk zal zijn een schip terug naar Vlissingen of Middelburg te vinden. Hij geeft hier op bloemrijke wijze aan dat hij beter kan werken om te leven dan andersom, want al vaart hij nog twintig jaar, hij zal waarschijnlijk hetzelfde blijven verdienen.
De Wolf vertelt wel te weten hoe het geld in de wereld rolt en wordt verdeeld: ‘De houren gander tog me heen da[a]rvan.’ Hij zegt echter ervoor op te passen zelf gezond te blijven als God dat wil en groet zijn moeder met honderdduizend zegeningen.
Uit de brief valt op te maken dat Daniël de Wolf weliswaar kan lezen en schrijven, maar weinig scholing heeft genoten en een (Zeeuws) fonetisch schrift hanteert, waarbij telkens bij woorden zoals ‘als’ en ‘anders’ de a door een h wordt vervangen.
Meer over de brief op de website van Zee(uw)post.