‘Wel uyt de oogen en uyt het hart’. In de serie Zee(uw)post gaat Johan Francke van ZB in op de brief van Hans Jochen Ruisch, die zijn vrouw Catharina nooit meer wil zien (Curaçao 20 november 1780).
Dat het huwelijk tussen Catharina Ruisch en haar man Hans Jochen niet botert blijkt meteen uit de eerste regel van de brief waarin hij tegen zijn vrouw zegt te hopen dat ze nog leeft, maar er vanuit te gaan dat ze dood is. De reden daarvoor is dat kapitein Theudels met een schip van de Sociëteit ter Navigatie op Essequebo en annexe Rivieren te Curaçao is gearriveerd vanuit Zeeland en klaarblijkelijk geen brieven voor hem bij had.
Hans Jochen komt daarom tot de conclusie dat het spreekwoord klopt: ‘uit het oog, uit het hart.’ Deze brief zal daarom zijn laatste zijn, al duurt zijn reis nog twee jaar, hetgeen door het uitbreken van de Vierde Engelse Oorlog inderdaad het geval zou zijn. Hans Jochen deelt Catharina mee dat als de relatie op deze voet doorzet en hij met het schip in Zierikzee arriveert en daar een brief van haar ontvangt, deze ongeopend weer retour zal zenden: ‘als het dog zoo gaan moet.’
Toch probeert Hans Jochen aan het eind van zijn brief nog wat water bij de wijn te doen. Hij vraagt namens de man van mevrouw Claassen haar de groeten te doen, want Hans Jochem is hem op Curaçao tegen gekomen. Hans Jochen groet daarna zijn vrouw in grote vertwijfeling, want hij is dan wel haar man, maar heel erg zeker is hij daar niet meer van: …ik groot uw met myn hart en ben tot nog toe uw getrouwe man.’
Dat de soep bij Hans Jochen niet zo heet gegeten wordt als ze wordt opgediend blijkt uit zijn overlijdensbericht van 23 maart 1783. Hij is dan kennelijk thuis gearriveerd en nog steeds woonachtig aan de Goese Korenmarkt in Middelburg, waaraan hij ook de brief aan zijn vrouw Catharina adresseerde in 1780.
Filmpje: op YouTube.