In de serie Zee(uw)post vertelt Johan Francke van de ZB op het Abdijplein in Middelburg over de brief van Moeder Pieternelle Jans uit Middelburg die haar zoon Adriaen vertelt over het verlies van zijn pasgeboren dochter: ‘Het is nou bevrijt voor alle verdriet.’ (18 april 1664).
Pieternelle Jansen schrijft haar zoon Adriaan op 18 april 1664 vanuit Middelburg een brief. Adriaan is stuurman op ’s lands schip Walcheren en bevindt zich op dat moment voor de kust van Walcheren. Ook zijn broers Jan en Willem zijn daar aan boord. Pieternelle komt met een zeer droeve boodschap. De vrouw van Jan is op 16 maart van een dochter bevallen, maar die overleed al spoedig: ‘u lieve vrouwe is verlost van een schoone dochter den 16 meerte ’s morgens ten alf vieren en alles naer wens en wille gegaen, en u l[ieve] dochter is ten alf hachten weder gestorven tot ons groot bedroeven.’ Zijn vrouw is gezond, maar heeft het er zeer zwaar mee. Het kind van zus Haelken is ook gestorven.
Oma Pieternelle troost zich met de gedachte dat het dode kind van haar zoon Adriaan in de hemel is en ‘het is nou bevrijt voor alle verdriet’ op de aarde. Pieternelle hoopt dan ook dat ze haar beide kinderen Adriaan en Jan weer thuis zal zien. Ze vraagt Adriaan daarom een goed oogje op Jan te houden en hem te beschermen.
De brief sluit af met de regel dat twee nichten een belofte doen aan Adriaan: ‘Nichte Pieternelle en Jaqueminken en Jan wenschen’ dat als ’haer nooms tuys kommen sullen sy in de duyne reyen.’ Het zogenaamde ‘spelerieën’, was een zeventiende-eeuwse Walcherse traditie onder de jeugd om op vrije dagen met een jan plezier (en veel drank) vanuit de stad naar het strand te rijden.
Filmpje: op YouTube.
Afbeelding 1874: Deze bloem der jeugd is aan het ‘spelerijden’. Een gebruik waarbij jongens en meiden een kar huurden en voorzien van veel drank richting de duinen van Domburg of Dishoek reden. Bron: Beeldbank Zeeland ZB