In de serie Zij zijn De Stad deze week Bram Francke. Een echte Middelburger, die eind vorig jaar, samen met zijn vrouw Christine, eigenaar werd van B&B De Kaepstander onder de Lange Jan. Dichter bij de Lange Jan kom je niet, als gast van de stad!
“Op de dag dat we de sleutel kregen zijn we hier meteen gaan slapen en aan het klussen geslagen. Echt, we waren als kinderen zo blij!” Bram en Christine Francke namen eind 2019 De Kaepstander over, de Bed & Breakfast aan het Koorkerkhof in Middelburg, die in 1996 werd geopend door de toenmalige eigenaars van het naburige Desafinado, Renny en Gré Minnaert.
Eén ding weet het stel ruim een half jaar later zeker: ze zijn smoorverliefd geworden, zowel op het het monumentale pand zelf als op hun nieuwe rollen als gastheer en -vrouw van de B&B. Ze genieten er oprecht van om al hun gasten te ontvangen, in de watten te leggen en wegwijs te maken in de stad. Een beter vertrekpunt kun je ook eigenlijk niet hebben. De Kaepstander ligt op steenworp afstand van de Lange Jan. Letterlijk.
Maar hoewel het héle gezin Francke geniet van het nieuwe ouderlijk huis is het vooral voor Bram (1965) een welkome aanvulling op alle dingen die hij al zo lang doet en deed. “Ik ben al bijna vijfendertig jaar docent. Het vak geeft me nog steeds veel voldoening maar tegelijkertijd had ik ook al wat langer het gevoel dat ik meer wilde. Ik wist alleen niet meteen wat dan precies. Dat werd, mede dankzij een traject loopbaanoriëntatie en –begeleiding duidelijker. Binnen dat traject werd veel gesproken over het stellen van grenzen en over het doen van dingen waar je blij van wordt. Op zeker moment werd de sleutelvraag gesteld: ‘wat zijn je dromen nog?’
Bij mij kwamen daar twee dingen uit: lekker koken én iets doen met of rondom gastvrijheid. Toen onze oudste dochter, die op dat moment in Japan zat, ons wees op het feit dat De Kaepstander te koop stond, waren we er niet meteen van overtuigd dat een B&B iets voor ons zou zijn, of dat het een haalbare kaart zou zijn, maar we hadden alle tijd om erover na te denken, en alle mogelijkheden te verkennen. Uiteindelijk besloten we het gewoon te doen.”
Natuurlijk, het is even wennen, maar toch heeft de verhuizing naar de omgeving van het Middelburgse Abdijcomplex voor hem iets vertrouwds. Dat heeft alles te maken met zijn jeugd. “Tussen mijn vijftiende en twintigste had ik een vakantiebaantje bij het Zeeuws Museum, als kaartverkoper en schoonmaker. Ik ben zeker geen vreemde in deze buurt.”
Bram kwam ook ter wereld in het centrum van Middelburg, in de Hoogstraat om precies te zijn, op nummer 29. Ik ken dat pand, links van het poortje naar het Hof van Sint Jan, vooral als het adres waar in de jaren negentig coffeeshop Pasha was gevestigd, maar in de jaren zestig had het een andere functie. Bram: “toen was het een zaaltje van de Gereformeerde Gemeente in Nederland, mijn ouders gingen daar naar de Kerk. Maar ik herinner me niet zo gek veel meer van die periode. Na vijf jaar verhuisden we naar de Oude Koudekerkseweg. Dáár ben ik echt opgegroeid.”
Bram verliet de stad in al die jaren alleen voor zijn studie in Amersfoort. Daar volgde hij de lerarenopleiding. Als leraar geschiedenis en maatschappijleer kon hij al snel aan de slag bij de Smytegeltschool, om een jaar later de overstap te maken naar het Calvijn College in Krabbendijke. Daar werkt hij nu nog steeds.
Juist omdat Bram al zo lang in het onderwijs werkt dacht ik aanvankelijk kennis te hebben gemaakt met een standvastig persoon, die lang dezelfde dingen doet, maar als Bram en Christine me rondleiden, en tegelijktijd vertellen over hun huwelijk en leven kom ik terug van die gedachte. Toegegeven, als docent doet Bram al lang hetzelfde, maar daarnaast zijn er doorlopend veranderingen. Vijfentwintig jaar is hij nu getrouwd met Christine, die als niet-Zeeuwse best naar Zeeland wilde komen, onder de voorwaarde dat ze in Middelburg zouden gaan wonen.
Met die wens kon Bram goed leven. Ze woonden aan de Spinhuisweg en in de Prinsenhove in Middelburg-Zuid, later nog tien jaar in de Bruggemede in Dauwendaele. En je vergis je niet: ze woonden overal met veel plezier. Bram weer: “Middelburgers doen wel eens smalend over de wijken ten zuiden van het Kanaal, maar wat mij betreft horen die echt bij de stad hoor. Het is er heerlijk wonen.”
Maar heerlijk wonen is het óók in het hart van de stad, daar is het hele gezin Francke het over eens. Tijdens de rondleiding word ik meegenomen van de kelder van het pand tot aan de kaepstander op de bovenverdieping, waar het huis naar is vernoemd. Het blijkt een takelmechanisme te zijn, dat nog in zeer goede staat verkeert. Weer wat geleerd!
Als ik dat zeg glimlachen de Franckes. Ze genieten overduidelijk van mijn belangstelling voor de historie van het pand. Als ik tijdens het maken van foto’s en filmpjes van het prachtige uitzicht vanuit een van de slaapkamers omkijk zie ik het stel zelfs even glunderen. Dan weet ik: zij hebben hun draai gevonden. Het zijn de juiste mensen, op de juiste plek.
Gerelateerd:
Over de verdwenen bierbrouwerij en likeurstokerij onder de Lange Jan in Middelburg