Wil Henk Schoute nu wel of niet in Zeeland blijven wonen, nu hij na twaalf jaar afscheid heeft genomen als directeur-bestuurder van Theaterproductiehuis Zeelandia in Middelburg? In een interview met de PZC, in september 2020, zei hij immers dat hij Zeeland prachtig vindt, maar dat hij er niet hoeft te blijven wonen.
“En of ik hier blijf”, reageert Henk meteen, als ik hem die vraag voorleg. “Met die uitspraak refereerde ik aan de ophef in 2019, over de voorstelling ‘Wie is bang’ van Tom Lanoye, waarin werd gevloekt en gescholden. Ik kreeg toen veel boze, soms zelfs bedreigdende mails. Op dat moment sloot ik een vertrek uit Zeeland zeker niet uit. Ik bedoel: als je moet leven met zo’n beknotting, is het dan nog voor iedereen leuk? Ik dacht op dat moment alleen maar ‘als er nog eentje komt die me zó bekritiseert, dan ben ik weg.’ Maar ergens niet hoéven wonen is iets anders dan niet willen. Zeeland is een van de mooiste provincies van Nederland. Ik loop een paar keer per week over het strand. Dan besef ik iedere keer weer dat ik wel gek zou zijn om weg te gaan. Over de huizenprijzen hebben we het dan nog niet eens gehad.”
Mooi. Henk is dus wel degelijk verknocht geraakt aan Zeeland en Middelburg. En hij kijkt met bijzonder veel genoegen terug op de jaren bij het Theaterproductiehuis in het algemeen en bij het Zeeland Nazomerfestival (ZNF) in het bijzonder. “Voor mij was ieder jaar een hoogtepunt, echt waar. Er was zoveel moois!” En inderdaad: als ik doorvraag vertelt Henk, onvermoeibaar, allerlei anekdotes, die kriskras door de tijdlijn 2009-2021 lopen.
Enthousiast vertelt hij waarom hij bij het ZNF meteen inzette op de nazomerpicknick, een concept dat hij had opgepikt in Frankrijk en zag hoe het meteen werd omhelsd door de Zeeuwen. Met een grijns blikt hij terug op het legendarische optreden van Jett Rebel. “Echt geweldig. Ik programmeer acts maar zelden een tweede keer, maar Jett Rebel wilde echt heel graag terugkomen naar het Abdijplein. Ook het jaar erop was het weer fantastisch. En dan Dotan in 2014. Die kregen we min of meer gratis van zijn agent, als extraatje bij het optreden van Michael Prins, omdat hij net een nieuw album uit had. Tegen de tijd dat het concert zou zijn was die plaat al een enorme hit. Het plein stroomde in mum van tijd vol. Beveiligingsbedrijf DeltaSafe moest heel snel schakelen toen. Het ging gelukkig allemaal goed. Wát een feest was dat optreden!”
En zo gaat hij nog even door. Of het nu gaat over de belangstelling van de regionale media of over de schoonheid van het Abdijplein (“bijna on-Nederlands! Een van de mooiste pleinen van Europa!”): hij is overal even enthousiast over. Én hij is iemand die mensen weet mee te nemen in dat enthousiasme, dat voel je gewoon. Hij is een goede verteller bovendien. Als hij me rondleidt door het gebouw van het theaterproductiehuis, aan de Hoogstraat in Middelburg, dit hij allerlei weetjes op, en wijst hij op de details van het pand. Als bezoeker kijk je dan opeens heel anders naar het gebouw en begin je spontaan te denken in mogelijkheden en je beseft tegelijkertijd dat Henk niet alleen een aanjager en verteller is, maar ook een verbinder. Hij heeft in ieder geval genoeg eigenschappen die goed van pas komen, als je dingen wilt bereiken in de culturele sector.
Maar nu, wat gaat Henk nu doen, als pensionado? Is hij er al aan toe, om op zijn lauweren te gaan rusten? Henk: “niet bepaald nee, ik blijf nog veel doen. Hier in Zeeland ben ik onder meer voorzitter van het Zeeuws Cultuur Overleg (ZCO). Dat blijf ik totdat er ook daar een goede opvolger is. Verder blijf ik nog wel een paar jaar adviseur bij de Raad voor Cultuur, ben ik nog voorzitter van een groot festival in Almere en zit ik in diverse besturen van culturele organisaties.” Lachend: “Eigenlijk heb ik het hartstikke druk! Maar het grote verschil is wel: ik ben nu zelfstandig en onafhankelijk. Ik kan zelf bepalen wat ik doe. Daar had ik na veertig jaar theater ook wel eens behoefte aan.”