In de serie ‘Zij zijn De Stad’ deze week hier en in de Middelburgse & Veerse Bode: Judith Seijbel van’t Guus op het Zusterplein.
Het gebeurt niet zo gek vaak dat ik na een gesprek met een Middelburgse thuis nog even ga googlen om een beter beeld te krijgen bij het vertelde verhaal, maar in het geval van Judith Seijbel-Schuringa (1963) was er geen ontkomen aan. Haar vroege jeugd speelde zich grotendeels af in Afrika, in Ethiopië en Ghana om precies te zijn, landen waar ik maar weinig van weet, al helemaal niet als het gaat om de jaren zestig en zeventig. Daarom las ik achteraf graag meer over het land van keizer Haile Selassie in die tijd, en over de handel en wandel van de Handels Vereniging Amsterdam in dat land. Dat bedrijf richtte begin jaren vijftig een suikeronderneming op in het land, met een suikerietplantage en een suikerraffinaderij.
Vader Schuringa werkte voor het bedrijf, als technisch ingenieur. Judith: “we verhuisden vanuit Haarlem naar Ethiopië toen ik nog maar negen maanden oud was. We bleven er negen jaar, om vervolgens nog drie jaar in Ghana te wonen. Ik ben er dus echt opgegroeid. Hoe dat was, vraag je? Ik heb er een hele fijne tijd gehad. Het was lekker vrij en soms ook wel een beetje wild, maar tegelijkertijd was het ook best een beschermde omgeving. Er woonden en werkten veel Nederlanders, die samenleefden in een omheinde enclave, een soort kampong. We spraken er Nederlands en kregen er les van Nederlanders. Het Amhaars, de taal van Ethiopië, pikten we op door gesprekken met de lokale bevolking.”
De familie Schuringa verhuist in 1975 terug naar Nederland, als Judith op het punt staat om naar de middelbare school te gaan. Judith: “het leven in Ghana beviel m’n ouders minder goed, ook al woonden we daar letterlijk op het strand. Ik vond dat prachtig maar had er ook geen moeite mee om terug te keren naar Nederland. Op de middelbare school bleek wel dat ik een achterstand had en dat eerste jaar beter kon doorbrengen op de lagere school. Dat deed ik dan ook. Daarna pikte ik alles vlot op en ging ik naar de MAVO in de Olmenlaan.”
Als Judith zestien is komt ze in aanraking met rugby, een sport die nog altijd een belangrijke rol speelt in haar leven en in dat van haar man Arno en zoon Swen. Als in 1979 het eerste damesteam van Oemoemenoe in Middelburg van de grond komt stapt ze in. Judith weer: “ik vond de sport goed bij me passen. Lekker pittig, niet te kinderachtig: dat trok me wel. Als puber verkende ik het leven al vroeg. Ik had al snel m’n eerste vriendje en stond al in Café Carambole op het Damplein toen ik daar eigenlijk nog veel te jong voor was. Zo nu en dan spijbelde ik ook wel eens van school, om spannender dingen te kunnen doen. Daar zijn thuis heel wat stevige gesprekken over gevoerd!
Maar ik schoot niet door hoor. Ik sportte bijvoorbeeld ook graag. Eerst zwemmen en tennis, toen dus de rugby. Dat was echte een geweldige tijd. We waren behalve een serieus team dat op het hoogste niveau speelde ook een hechte vriendinnenclub, bij een hele mooie vereniging.” Dik dertig jaar later is Judith nog steeds veel bij de club te vinden, al is het in mindere mate dan toen. Ze geniet nu vooral van de verrichtingen van haar zoon, die er ook speelt.
Waar Judith óók van geniet is ’t Guus, de winkel in tweedehands kinderkleding en speelgoed, die is gevestigd aan het Zusterplein in Middelburg. Die winkel runt ze alweer tien jaar. Ze begon de zaak in 2010, toen ze, na jaren gewerkt te hebben op de afdeling personeelszaken van Heerema, eens iets anders wilde. “Op die afdeling sprak ik natuurlijk vaak collega’s. Het viel me op dat er best veel waren die niet meer met plezier naar hun werk gingen, maar er tegelijkertijd ook niet over peinsden om iets anders te gaan doen. Dat mocht mij niet gebeuren, vond ik. Omdat ik tijdens de opvoeding van mijn kinderen geïnteresseerd was geraakt in het hergebruik van spullen wat het beginnen van een eigen winkel in tweedehands kleding een logische stap.”
Rijk is ze er nooit van geworden, maar dat was ook nooit haar ambitie. Ze runt de winkel vanuit haar passie en ze vindt het al fijn dat ze geen verlies draait. De beperkte inkomsten worden gecompenseerd door het feit dat ze is gevestigd in een eigen pand, waarvan andere delen worden verhuurd. Hoe lang ze zal doorgaan met de winkel durft ze niet te zeggen. Ze houdt alle mogelijkheden open. Ze woont al zevenentwintig jaar met plezier in Nieuw- en Sint Joosland maar ze sluit een verhuizing op termijn niet uit. Terug naar Middelburg wellicht, of misschien zelfs naar Frankrijk, waar Judith nu ook al regelmatig is om haar zus te bezoeken, wie zal het zeggen?
Op dit moment koester Judith de dingen zoals ze zijn. Ze houdt van Middelburg, als overzichtelijke stad, waar het fijn ondernemen is en ze houdt van de rust en de ruimte van Nieuwland. Het is gewoon mooi zo!
Gerelateerd:
https://wijzijndestad.com/tag/zij-zijn-de-stad/
https://wijzijndestad.com/verhalen/op-bezoek-bij-t-guus-kinderkleding-in-middelburg/